26 april 2006

Korte Berichten week 17
Kees Kalkman


Inhoud:
Verwarring rond Tsjaad en Darfoer
VS willen drie nieuwe militaire bases in Turkije
Salomonseilanden: Australië houdt korrupt regime overeind



Naar boven

Verwarring rond Tsjaad en Darfoer

Sommige problemen kennen alleen slechte oplossingen. Dat is het geval in Tsjaad, onafhankelijk sinds 1960, maar waar geen president erop kan rekenen aan de macht te blijven zonder toestemming van Parijs. Tsjaad is het produkt van een Brits-Franse koloniale opdeling. De vrijwel virtuele grenzen snijden dwars door gebieden van etnische groeperingen. Vandaar een wirwar van opstandige bewegingen en taktische bondgenootschappen, opgestookt door buurlanden zoals Libië en Soedan.

We hebben nog niet vergeten hoe Hissène Habré in 1982 vanuit en met hulp van Soedan en ondersteund door Parijs en Washington Goukouni Weddeye verjoeg. En hoe Idriss Déby, de huidige president van Tsjaad, in 1990 op dezelfde manier te werk ging om, met steun van de Franse geheime diensten, Habré weg te werken.

Twee betrekkelijk recente gebeurtenissen hebben de situatie nog verscherpt zodat Tsjaad nu dreigt uiteen te vallen.

De eerste is de repressie waaronder sinds drie jaar in de Soedanese provincie Darfoer de Afrikaanse etnische groep van de Zaghawa (landbouwers) te lijden heeft door toedoen van Arabische (en nomadische) milities die zijn bewapend door de regering in Khartoem. De inzet van het konflikt, nog verergerd door de droogte, is de kontrole over landbouwgronden. Het probleem is dat de Zaghawa, die ook in het oosten van Tsjaad leven, tot dezelfde etnische groep behoren als president Déby, die er door Soedan van wordt verdacht via enkele van zijn verwanten de opstandige beweging [onder de Zaghawa] te steunen. Aan de andere kant is gebleken dat Arabieren uit Tsjaad deelnemen aan de repressie tegen de Zaghawa in Soedan. Daarbij hoort ook een van de leiders van het militaire verzet tegen Déby, kapitein Mahamat Nour, wiens mannen vanuit Soedan, en bewapend en gemotoriseerd door Khartoem, op 13 april een mislukte poging hebben gedaan om [de hoofdstad van Tsjaad] N’Djamena te bezetten.

De tweede gebeurtenis is de ontdekking van olie in Tsjaad, enkele jaren geleden. Dit heeft het wankele evenwicht van de binnenlandse bondgenootschappen verstoord. Déby heeft met al teveel gulzigheid verschillende van zijn adviseurs en naaste verwanten uitgeschakeld. Hoewel ze tot dezelfde etnische groep behoren hebben ze zich nu aangesloten bij een heterogene oppositie die zich rond een in 2003 onder auspiciën van Khartoem opgericht eenheidsfront voor de verandering heeft geschaard. Momenteel is echter een deel van de opbrengst van de 160.000 vaten die per dag worden vervoerd naar de Golf van Guinee via een pijplijn door Kameroen, geblokkeerd door de Wereldbank, omdat Déby zich niet houdt aan zijn verplichting om een deel ervan te besteden aan infrastruktuur, onderwijs en gezondheidszorg.

Het is duidelijk dat N’Djamena twee weken geleden, of zelfs eerder, was gevallen zonder het ingrijpen van de 1350 Franse soldaten en zes jachtvliegtuigen Mirage die in het land zijn gestationeerd. Dankzij de door de Mirages uitgevoerde verkenningen waarvan de resultaten ter beschikking werden gesteld aan de autoriteiten van Tsjaad, kon het offensief van de rebellen worden afgeslagen. Zonder twijfel is de actieve steun aan het regime verder gegaan dan een paar waarschuwingsschoten. Het optreden aan de kant van een zo korrupte en in diskrediet gebrachte president, die er niet voor is teruggeschrokken de grondwet te laten herschrijven om een derde termijn te kunnen vervullen, wordt er niet minder dubieus om.

Er dreigt nu een snelheidswedstrijd tussen N’Djanema en Parijs aan de ene en Khartoem aan de andere kant. De Soedanese leiders willen punten scoren tegen de opstand van de Zaghawa en de vluchtelingenkampen verspreiden naar Tsjaad, voordat de beslissing van de Veiligheidsraad in daden wordt omgezet om de 7000 waarnemers van de Afrikaanse Unie te vervangen door een grotere vredesmacht met zware wapens en meer logistieke middelen.

Bron: Jacques Amalric, Libération 20 april 2006
www.liberation.fr/page.php?Article=376097

Naar boven

VS willen drie nieuwe militaire bases in Turkije

Volgens het Turkse dagblad Cumhuriyet willen de VS drie marinebases vestigen aan de Turkse mediterrane en Egeïsche kust. De bases zouden dezelfde status krijgen als de Amerikaans-Turkse luchtmachtbasis in Incirlik. Volgens de krant zou het gaan om de haven Iskenderun aan de Middellandse Zee en de havens Urla en Mordogan aan de Egeïsche Zee, als mogelijk lokaties. De laatste plek zou nog onzeker zijn. Er zouden grote marineschepen en vliegdekschepen kunnen ankeren.

De ambassade van de VS in Ankara heeft de berichten ontkend.

Bron: Turkish Weekly 17 april 2006
www.turkishweekly.net/news.php?id=29990

Naar boven

Salomonseilanden: Australië houdt korrupt regime overeind

Twee dagen nadat duizenden relschoppers winkels, hotels en andere gebouwen op de Salomonseilanden plunderden en in brand staken heeft de Australische premier Howard 110 militairen en 80 politiemensen naar de eilandengroep gestuurd om zich te voegen bij de 250 Australische politiebeambten en 120 ‘regeringsadviseurs’ die deel uitmaken van de door Australië geleide Regional Assistance Mission to the Solomon Islands (RAMSI).

De vlam was in de pan geslagen bij een menigte die buiten het parlementsgebouw was bijeengekomen, toen de uitslag van de stemming in het parlement over de nieuwe premier bekend werd gemaakt. De nieuwe premier Rini wordt ervan beschuldigd nauw verbonden te zijn met een groep korrupte politici en zakenlieden. Zo waren vorig jaar miljoenen dollars verdwenen uit een door hun leider gekontroleerd fonds dat was opgezet om slachtoffers van interetnisch geweld in de jaren 1998 en 1999 te kompenseren. De Salomonseilanden zijn een van de armste landen ter wereld.

Na de rellen beschuldigde de voorzitter van het parlement de Australische politieofficieren ervan de onrust te hebben verergerd door traangas af te vuren op een reeds opgewonden menigte betogers.

De Anglicaanse bisschop op de Salomonseilanden, die aanvankelijk de RAMSI interventie had gesteund, schreef in de plaatselijke krant “dat er een enorme diskrepantie bestaat tussen de retoriek van RAMSI over het brengen van vrede en welvaart op de Salomonseilanden in de komende tien tot vijftien jaar en de werkelijkheid van weer de kop op stekend geweld, toenemende armoede en werkloosheid, hoge schoolgelden , [..] verslechterende gezondheidszorg en toenemende korruptie bij de overheid [..].” Hij waarschuwde dat de weigering van “RAMSI (in het bijzonder Australiërs) om te beginnen met het verbeteren van de relatie met de gewone inwoners van de Salomonseilanden ”zich meer en meer zal gaan voelen als een bezettingsleger”.

Laatste nieuws: premier Rini is afgetreden nadat hij de steun van een meerderheid in het parlement verloren had.

Bron: Doug Lorimer, Green Left Weekly (Australië) 26 april 2006
www.greenleft.org.au/back/2006/665/665p28.htm



Naar boven
Naar beginpagina