Utrecht, 1 september 2006

New York Times redactioneel:
twijfels over het anti-raketsysteem

Het redactioneel in de NYT van gisteren (International Herald Tribune vandaag) wijst erop dat het bijzonder dure antiraket-systeem dat door de VS wordt gebouwd, niet werkt. Minister van defensie Rumsfeld heeft kennelijk in het openbaar twijfels geuit die door de krant onmiddellijk zijn opgepakt. Daarmee bevestigt de minister de reeks rapporten en verklaringen van de afgelopen jaren waarin precies hetzelfde wordt gesteld.

De met veel media aandacht gevoerde proeflanceringen om raketten te onderscheppen zijn zo goed als allemaal doorgestoken kaart, proeven die onder volstrekt onrealistische omstandigheden zijn genomen. Voor Europa is dit van belang vanwege de onderhandelingen die plaatsvinden om delen van dit antiraket systeem in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Tsjechië en Polen aan te leggen, met als centraal verkooppunt dat men zich hiermee kan beschermen tegen raket-aanvallen vanuit zogenaamde 'boevenstaten'. Dat is dus een fictie.

De vraag blijft staan waarom men dan toch miljarden dollars blijft besteden aan de ontwikkeling van het systeem. Een antwoord daarop is de druk die vanuit de lobby van het militair-industrieel complex op het Amerikaanse Congres wordt uitgeoefend. Een ander is dat het systeem weliswaar nutteloos is tegen raketten, maar wel degelijk satellieten kan neerschieten. Deze hebben een makkelijk voorspelbare baan en zijn aanzienlijk eenvoudiger om te raken. Zogezien is het anti-satelliet systeem een ernstige bedreiging voor elke concurrent van de VS. Deze kan immers op elk gewenst ogenblik de verbinding, verkenning en navigatie systemen van andere landen uitschakelen met bijzonder ernstige gevolgen voor de nationale veiligheid van die landen. Het zogenaamde antiraket-systeem geeft de VS een wapen in hand om een oorlog in de ruimte te gaan voeren. Tegen het inbrengen van wapensystemen in de ruimte is zo goed als elk land in de wereld gekant.


Naar boven
Naar beginpagina