Bijdrage aan panel 'Irak en de uitdagingen voor de anti-oorlogsbeweging'
Marxisme Festival 2005 – Amsterdam 23 april


Irak en de uitdagingen voor de anti-oorlogsbeweging

De Amerikanen vechten in Irak in hoofdzaak nog om tijd te winnen.
De situatie is dat het verzet militair weliswaar niet in staat is om de VS te verslaan. Maar het omgekeerde is ook waar: het VS-leger krijgt het verzet niet onder de duim. Na de verkiezingen blijven de gewapende akties doorgaan, ook VS-generaals erkennen dat. En in de woorden van CIA-directeur Porter Gross is Irak een oefenterrein voor het internationale terrorisme geworden.
De VS besteden momenteel elke maand 4,5 miljard dollars (tot nu toe totaal geschat 300 miljard) en er sneuvelen nog vrijwel dagelijks Amerikaanse soldaten.

De VS hopen dat het Iraakse leger mettertijd de rol van de Amerikanen over zal nemen. Het doel zou zijn uiteindelijk een strijdmacht van 270.000 politie en militairen op de been te brengen. Er zouden tot nu toe al 120.000 getraind zijn. Maar het aantal gevechtsklare Iraakse troepen is veel en veel kleiner.

Het lijkt me dat na de Iraakse verkiezingen een andere dynamiek op gang begint te komen dan onder de regering Allawi. De nu gekozen politieke klasse en de te vormen regering – een proces dat overigens zeer moeizaam verloopt onder meer door de regels die zijn opgesteld door het bezettingsregime – staat autonomer van de Amerikaanse bezetters en is gevoeliger voor druk van onderop, ze moeten ook al vrij snel weer herkozen worden. Aan de andere kant zijn er nog steeds zo'n 145.000 Amerikaanse militairen in het land en zijn de politici – althans in Bagdad - voor hun veiligheid afhankelijk van diezelfde Amerikanen, ze durven ze niet direkt te vragen om op te krassen hoewel ze op dit programma wel gekozen zijn.

Dit opent politieke ruimte voor een beweging van onderop en enkele weken geleden rond de herdenking van de val van het oude regime hebben we gezien dat die beweging ook massaal en geweldloos de straat op gaat met als eisen een tijdschema voor een snel vertrek van de Amerikanen, het recht op verzet en vrijlating van gevangenen. De radikaal-sjiitische beweging van Sadr probeert in dit gat te springen en zijn invloed te vergroten, waarbij ze ook trachten bondgenoten te zoeken bij soennitische groeperingen zoals de AMS. Opmerkelijk aan deze Sadrgroep is hun niet-sektarische coalitiepolitiek en hun vermogen om om te schakelen van militaire naar civiele protestacties al naar gelang de omstandigheden, dit wel gecombineerd met een ultraconservatieve ideologie. Als het deze beweging lukt invloed uit te gaan oefenen op de sjiitische hoofdstroom zit daar het potentieel om een groot deel van de Irakezen te verenigen, iets wat het militair verzet niet lukt, onder andere door het deels sektarische karakter van hun aanslagen, waarbij ook de burgerbevolking niet wordt gespaard.

Daarmee komen we op de andere dynamiek die al onder Allawi begonnen is, het uiteenvallen van het land in het Koerdische noorden, het sjiitische zuiden en de chaotische tussenzone. Het zal duidelijk zijn, dat zolang er geen krachtige, door het volk breed gesteunde regering zit in Bagdad en met de nog steeds belabberde veiligheidssituatie en slechte voorzieningen voor de bevolking de neiging zal voortduren om de zaken plaatselijk in eigen hand te gaan nemen, de rol van allerlei milities gaat toenemen, hetgeen makkelijk kan leiden tot gewapende strijd om bepaalde gebieden, burgeroorlog en een mislukte staat. Dit is eigenlijk het scenario van de Libanese burgeroorlog.

Het is onduidelijk waar de combinatie van beide ontwikkelingen toe zal leiden. Het kan zijn dat de Amerikanen uiteindelijk eieren voor hun geld kiezen, verklaren dat de Irakese strijdkrachten nu sterk genoeg zijn om het verzet de baas te blijven en zich terug trekken op het noordelijke oliegebied, eventueel uitgebreid met Kirkoek, waarbij de rest van het land langzamerhand tot chaos vervalt. Je kunt dat ook zien als een verdeel- en heersstrategie.
Maar een andere mogelijkheid is dat een slopende contraguerrilla nog jarenlang wordt volgehouden, omdat Irak geopolitiek te belangrijk is om los te laten. Zelfs een compromis van de VS met Iran en de sjiieten is niet geheel uit te sluiten. Maar ook het tegenovergestelde, een uitbreiding van de oorlog tot Iran met de bedoeling daar regime change te forceren om vervolgens de deal te maken met een nieuwe regering en ook Irak daarmee te stabiliseren behoort tot de mogelijkheden.

Wat kunnen wij doen? We hopen natuurlijk op het andere scenario, een groeiende beweging onder de Iraakse bevolking die de Amerikanen het land uit kan werken om de olieopbrengsten eindelijk ten nutte van de Iraakse bevolking aan te wenden. Het is die beweging die we uit alle macht moeten ondersteunen. Nederland zelf heeft geen troepen van betekenis meer in Irak, waarmee ons voornaamste eigen aangrijpingspunt voor aktie is weggevallen. De anti-oorlogsbeweging in de VS en daarnaast in Engeland blijven cruciaal om uiteindelijk samen met de Irakezen de wil van de Westerse politieke elites te breken om het Iraakse avontuur door te zetten. De rol van dissidente militairen en de militaire families lijkt me daarbij centraal te staan. Zij symboliseren het punt dat verdere voortzetting van de oorlog steeds zinlozer wordt en dat de doden aan beide kanten voor niets gevallen zullen zijn. Dat is het argument dat uiteindelijk bredere kringen van de bevolking kan aanspreken.

Wij moeten deze beweging zoveel mogelijk steunen door massaal te mobiliseren op het moment dat ons daartoe een aangrijpingspunt geboden wordt. Zo'n gelegenheid is het komende bezoek van Bush. Het moet benut worden om op allerlei manieren te protesteren tegen de Amerikaanse oorlogspolitiek. Er is de Stop Bush demonstratie in Amsterdam, de pogingen van juristen om Bush onmiddellijk te laten arresteren als hij het Nederlandse grondgebied betreedt, plaatselijke protesten in Limburg met een manifestatie op het Vrijthof in Maastricht en er wordt nog gewerkt aan een alternatieve dodenherdenking van de slachtoffers van de Amerikaanse interventies in Vietnam, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Al deze initiatieven verdienen naar mijn persoonlijke mening onze steun.


Kees Kalkman



Naar boven
Naar beginpagina